SUPERDEMOCRATIE - De Senaat der Dingen


Drie cultuurinstellingen gaan in oktober tijdens de tentoonstelling SUPERDEMOCRATIE in dialoog met de Belgische Senaat. BPS22 in Charleroi, BOZAR in Brussel en M HKA in Antwerpen geven de actuele problematiek van de Senaat een culturele dimensie.

1.10.2017 - 31.10.2017

Superdemocratie – de Senaat der Dingen

(c)image: BPS22, Charleroi
Ane(c)dote, 2009
Prent
ink, paper

In de reeks Ane(c)dote (2009), dat in Charleroi tot stand is gekomen op initiatief van de vereniging Incise, speelt Mira Sanders met vlakken en scherptediepte, en wordt de toeschouwer meegenomen langs opstapelingen van gefragmenteerde elementen. Deze “subjectieve kaarten” van de stad Charleroi zijn slechts fragmenten van min of meer waarheidsgetrouwe hertekeningen van het stedelijk landschap. De kunstenares projecteert er haar eigen visie, aangevuld met die van mensen die ze tijdens haar verkenningstochten heeft ontmoet. Afzonderlijke fragmenten, die geografisch, sociologisch of historisch uit elkaar liggen, worden samengevoegd in een caleidoscopisch geheel. De realiteit wordt hier bekeken vanuit een verscheidenheid aan standpunten, niet vanuit het standpunt van één alleswetende observator.

Deze methodologische en technische keuze is meer dan een louter vormelijke aangelegenheid. Het gaat ook om een nieuwe symbolische voorstelling van de stad. De tekeningen van Mira Sanders zijn complexer, minder autoritair en vooral minder scherp afgebakend dan monofocale beelden. In één beeld worden verschillende, vaak zelfs tegengestelde of tegenstrijdige situaties samengevoegd. Wat in een klassieke architectuurtekening bewust buiten of aan de rand van het gezichtsveld wordt gehouden, of eerder traditioneel (in het beste geval) louter wordt geëvoceerd of gesuggereerd, of (in het slechtste geval) wordt weggelaten of genegeerd, krijgt hier een volwaardige plaats binnen het geheel.

De composities van Mira Sanders zetten zo de hiërarchische ordening van het perspectief, dat onder meer architectuurtekeningen bepaalt, op haar kop. De symbolische opdeling in voorgrond en achtergrond, centrum en periferie, hoofdactiviteiten en anekdotische activiteiten of decor, wordt helemaal op de helling geplaatst door de oogpunten te versplinteren. Haar tekeningen structureren de werkelijkheid niet langer volgens vluchtlijnen die allen samenkomen in het oogpunt van de tekenaar – dat symbool staat voor centraal gezag – maar volgens de verschillende oogpunten die in een stad bestaan. Zij lossen de eenzijdige zin op in tal van mogelijke “tegenzinnen”.