Denmark
Om het werk Les Quatre Saisons de Moniteur belge (De vier Seizoenen van het Belgisch Staatsblad) (1996) te maken, verzamelt Denmark een jaar lang de gepubliceerde Belgische wetten, om ze uiteindelijk tussen de kaken van vier metalen lijmschroeven te persen. De dunne bladzijden van de wetgeving verdwijnen achter het ondeelbare volume dat de klemschroeven hun geeft; alleen wolken van zwarte lijnen, die zichtbaar blijven op de sneden, getuigen nog van enig geschrift. De wet stikt, de schroef klemt, de arbeid wordt gecomprimeerd in het gereedschap en het geheel wordt een sculptuur. Het werk van Denmark presenteert zijn kritiek ludiek, de interpretaties zijn vrij: het ligt voor de hand dat men denkt aan de onleesbaarheid van het wettelijk jargon of nog, aan het gewicht van de administratieve overheid, die hier vorm krijgen. De betekenis fluctueert, ligt niet vast; tegelijk maakt intellectueel begrip plaats voor zintuiglijk begrip, de stortvloed van woorden verdwijnt onder de vorm, het gewicht, de materie.
De inhoudsloze leegte van de bladzijden is volheid van materie. Die door Denmark herwerkte volheid van materie, die nu onleesbaar is, veroordeelt de toegang tot het verbale en legt een tweede leegte op, die van de stilte. “Het boek brengt mij tot de omgekeerde modus, niet om het te schrijven, maar om er een beeld zonder woorden uit te halen (...)”, verklaart de kunstenaar. Het Latijnse woord “liber” betekent behalve “boek” ook het zachte membraan dat, onder de boomschors, de doorstroming van het sap verzekert; bij Denmark keert het uitgeefwerk terug, tot de boeken weer één enkele materialiteit krijgen, zoals bij hun oorsprong. Het bos is zowel een metafoor voor de talloze uitgaves als een kostbare werkelijkheid die voor vernietiging moet worden behoed: “De verspilling van papier en de ontginning van de bossen verontrusten me evenzeer als de waas waarachter de grenzen tussen het redelijke en het idiote schuilgaan. Want alles heeft met alles te maken.”