Jacques Lizène
“[Bijna onbenullig zijn,] dat betekent “proberen” onbenullig te zijn. Onbenullig zijn, is een prestatie die ver staat van het middelmatig zijn. Niks zijn, betekent strikt niets interessants doen. “Zo goed als” onbenullig, is middelmatiger, dat is het spel spelen, kleine inspanninkjes leveren, maar nooit tot het uiterste gaan, manke dingen voorstellen. Dat past beter bij mijn kunstenaarsaanpak van middelmatigheid als gedragskunst. Ik kan middelmatige of zelfs heel slechte werken maken, maar het kunnen ook meesterwerken zijn door ze uiteraard aan te duiden als middelmatigheidskunst. Dat wordt een werk op basis van het concept van beoordeling, wat ook deel uitmaakt van humor. Humor is een heel belangrijke dimensie in mijn benadering. Mijn benadering heeft voorrang op het voorwerp. Spot is nodig om de achterhoede te redden. Eigenlijk is het, alhoewel ik niet van dat woord houd, uiterst progressistisch.”
Jacques Lizène in : Que reste-t-il …