Superdemocratie – de Senaat der Dingen
De stoel neemt een speciale rol aan in het oeuvre van Jacques Lizène, de zelfverklaarde ‘kleine meester uit Luik’. Lizène houdt ervan de (kunst)wereld op zijn kop te zetten. Voor hem zijn kunst en het leven nauw met elkaar verweven. Daarnaast is het niet de vorm van het kunstwerk, maar eerder de houding van de kunstenaar die belangrijk is. Het werk van Lizène stelt op een kritische manier de plaats van de kunstenaar, van de kunst en de kunstwereld in vraag.
Stoelen zijn een geliefd medium van Lizène, net omdat ze zich goed lenen om talrijke vormen en functies aan te nemen. Het zijn zowel lichamen als geraamten: zittende, rustende, gehavende entiteiten, maar ook dragers, brancards, kaders en structuren. Deze tweeledige identiteit sluit nauw aan bij twee elementen uit het werk van Lizène: genetica en de dood.
Door twee verschillende stoelen te versnijden en opnieuw te monteren, creëert Lizène een sculpturaal object. In deze sculpturen wordt duidelijk de link gelegd met de genetica, het samenbrengen van twee structuren om een nieuwe vorm te maken. De stoelen waren ooit banale, alledaagse objecten; door ze te herformuleren en versmelten worden deze hybriden meer dan de som van hun delen.