SUPERDEMOCRATIE - De Senaat der Dingen


Drie cultuurinstellingen gaan in oktober tijdens de tentoonstelling SUPERDEMOCRATIE in dialoog met de Belgische Senaat. BPS22 in Charleroi, BOZAR in Brussel en M HKA in Antwerpen geven de actuele problematiek van de Senaat een culturele dimensie.

1.10.2017 - 31.10.2017

Willi Filz

°1962
Geboren in Eupen, BE

Willi Filz wordt in 1962 in Eupen, in de Belgische Duitstalige Gemeenschap geboren. Hij volgt een horeca-opleiding en reist naar Zwitserland, Engeland, Afrika en Amerika waar hij in restaurants werkt. Wanneer hij zevenentwintig jaar is, neemt hij een grote beslissing en wordt hij fotograaf: hij volgt de fotodesigncursus aan de Technische Hogeschool van Dortmund, in Duitsland. Zodra hij zijn studie in 1992 beëindigt, exposeert Filz in galerieën. In 1996 wordt hij zelfstandig fotograaf en maakt hij voor Zwitserse en Duitse magazines reportages over architectuur of portrettenreeksen.

In zijn artistiek werk, dat getuigt van de spontane en bijna onbewuste manier waarop we elk individu aan de hand van zijn uiterlijk beoordelen, gaat Filz de uitdaging aan om de mannen en vrouwen die hij fotografeert uit dat keurslijf te bevrijden. De kunstenaar maakt portrettenreeksen van anonieme mensen in diverse regio’s van de wereld en volgt daarbij steeds een soortgelijk procedé: nadat hij een geschikte plaats en geschikt licht heeft gevonden, spreekt hij een onbekende die hij wil fotograferen aan en wanneer het wederzijds vertrouwen tot stand is gekomen maakt hij een portret op de gekozen plaats. Soms gaat het om de alledaagse omgeving van het model, een café, een kruidenierswinkel, enz.; maar meestal is het een openbare ruimte, zoals de straat of een park, die Filz als decor kiest. De fotograaf vraagt zijn model zich zo natuurlijk mogelijk te gedragen, zijn uiterlijk niet te veranderen, de juwelen of attributen die hij draagt niet uit te doen, in de hoop er een zo “authentiek” mogelijk beeld van te maken.

Dat is het procedé dat de kunstenaar volgt om in 2001 de reeks in Syrië te maken. De kleurenfoto’s zijn gedrukt op middelgroot formaat (85 x 70 cm), en zijn vooraanzichten, soms van kop tot teen, soms vanaf het middel. De opname is lichtjes in kikvorsperspectief, zodat de blik van de persoon op natuurlijke wijze naar het toestel lijkt te gaan en verderop naar de kijker. De achtergrond is wazig, de personages zijn scherp; het karakteristieke van elk personage wordt beklemtoond. De fotografische handeling krijgt al haar consequenties: in plaats van een confrontatie, biedt Filz een ontmoeting met het personage.

Geen enkele afdruk draagt een opschrift, een beknopte aanwijzing, tussen haakjes, zoals “Soefi” of “Jonge vrouw in blauwe trui”, is een zuiver praktisch richtpunt en geen contextuele informatie. De karakteristieke kenmerken van elkeen worden weliswaar beklemtoond, maar de systematische herhaling van hetzelfde opnameprocedé en het ontbreken van een persoonlijk opschrift verenigt de personages zonder onderscheid. Op die manier lijkt de reeks een globaal portret te vormen. Door systematisch de bijzondere kenmerken van de samenleving samen te brengen, slaagt Filz erin er een relatief stabiel, continu beeld van te maken. Het identiteitsgevoel dat zijn werk uitstraalt gaat de politieke of culturele grenzen te buiten: wat blijft is de indruk van menselijkheid, zonder meer, als een eigen reflex.