Denmark
De echte naam van Denmark is Marc Robbroeckx. Hij wordt geboren in 1950 in Antwerpen en studeert van 1968 tot 1972 Kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Gent. Na afloop van zijn studie wordt hij getroffen door de vele boeken die zich langs de muren van zijn kamer hebben opgestapeld. Ze brengen hem echter niet de verwachte rust en kennis. Denmark beslist, wat hij een representatiecrisis noemt, aan te pakken: enerzijds biedt de informatiestroom, hoewel deze excessief is, hem geen bevredigende toegang tot de werkelijkheid, anderzijds volgt de ontwikkeling van zijn eigen denken het tempo van de vermeerdering van de informatie niet. Geconfronteerd met de onbeheersbare overvloed maakt hij een bocht en wordt hij “kunstenaar-archivaris”.
Een werk van lange adem vangt aan. Denmark is het beu overstelpt te worden en meent dat “wat niet weet, wat niet deert”. Door het woord “pers” letterlijk te nemen, neemt hij de taak op zich het exuberante volume aan publicaties te verminderen: gelet op de massale productie van “verspild” papier, komt het erop aan te snijden, te versnipperen, te verpulveren. Na de destructie reconstrueert Denmark. Sinds de jaren zeventig transformeert hij die publicaties methodisch in objecten. Nauwgezet als een taxonoom stript hij de “nutteloze” geschriften en confronteert hij, door ritueel dezelfde handelingen (lijmen, samendrukken, binden, enz.) te herhalen, de industriële productie met zijn artisanaal werk.
Het werk van Denmark is in verband gebracht met de bewegingen die van bij het begin van de jaren zestig de industriële en dagelijkse productie in de kunst brengen, zoals Pop Art of het Nieuwe Realisme Omdat hij werken heeft gemaakt met magazines en andere goedkope bladen, kan de kunstenaar ook in verband worden gebracht met de Arte Povera, die in het Italië van de jaren zestig maatschappijkritiek levert door middel van armzalige grondstoffen. Met zelfkritiek als grondstof onderscheidt hij zich niettemin van de andere bewegingen: omdat hij ervan overtuigd is dat de waarheid relatief is, roept Denmark ook op tot reflectie door zelfspot. Die zelfspot is eens te meer niet verbaal, maar krijgt concreet vorm: Denmark, die tegen opstapeling is, archiveert zichzelf. Hij archiveert de archieven al een veertigtal jaar, en archiveert zelfs archieven van archieven, die hij “archieven³” (tot de derde macht) noemt. Zijn nauwgezette en repetitieve handelingen doen ten slotte, niet gespeend van ironie, aan het kopiistenwerk van de monniken denken.