Miriam Cahn
Miriam Cahn wordt in 1949 in Bazel, Zwitserland, geboren. Haar ouders waren joden die Duitsland tijdens het interbellum verlieten om zich daar te vestigen. De kunstenares brengt er een groot deel van haar leven door en begint er haar loopbaan als grafisch vormgeefster. In de jaren tachtig maakt Cahn er werken in zwart-wit, om zich vervolgens vanaf de jaren negentig op de schilderkunst en op kleur te werpen, een techniek die ze volkomen beheerst. Haar artistieke mogelijkheden houden daar niet op: ze doet ook performances rond haar interesse voor het lichaam, maakt tevens videokunst en gaat experimenteel om met tekst, taal is een te verwerken materie als een andere. Ze geeft al haar expressietechnieken een analoge betekenis en een analoog belang: haar geschriften hebben dezelfde status als haar schilderijen of haar tekeningen.
Bij Miriam Cahn verandert het lichaam van “beschouwingsobject” in “medium”, wat een nieuwe lichaamsexpressie schept. In het begin van haar loopbaan schildert de kunstenares op straat, gehurkt of op haar knieën op tekeningen van groot formaat, waardoor ze kan spelen met houtskool- en krijtstof en lichamelijk contact kan hebben met de materie. Later verlaat ze de stedelijke ruimte, haar “openluchtatelier” om het met haar woorden te zeggen, en werkt ze in een grote opslagplaats, een “atelier-opslagplaats”. Ze haalt haar doeken van de grond, begint aan kleinere schilderijen, voor ze geleidelijk overstapt naar grotere formaten. Het maken van haar werken is ook een performance: ze betrekt er haar lichaam volledig bij en legt zichzelf een beperkte werktijd op.
De ruimte is heel belangrijk voor de kunstenares, die het ophangen van haar doeken een performance op zich vindt. De ogen van het personage moeten zich ter hoogte van de blik bevinden. Ze neemt enkele minuten bedenktijd voor ze het ophangen instinctief aanvat en de gezichtspunten in een globaal geheel opvoert.
Betreffende de wezens die ze afbeeldt, kiest Cahn voor de wazigheid van de silhouetten in plaats van de klare contouren die meestal de vorm scheiden van de omgeving waarin hij zich bevindt. Cahn verkiest de overgangen tussen de personages in plaats van grenzen op te leggen. Dat laatste kan vermoedelijk worden verklaard door haar belangstelling voor de problematiek rond de Golfoorlogen, de Balkan of immigratie. Door middel van de schilderkunst kan de kunstenares haar steun betuigen zonder te vervallen in wat ze “politieke kitsch” noemt. Ze verkiest dit soort onderwerpen te behandelen en daarbij poëtisch en abstract te blijven.
Miriam Cahn is een kunstenares die bij de feministische zaak betrokken is. Oorlog, seks en de dood zijn haar uitverkoren thema’s. Ze werd beïnvloed door de egalitaire en utopische geest van mei 68 en haar feministische bedoelingen blijken uit haar doeken en uit haar redenering: “Een kunstenares heeft een flinke dosis feministisch bewustzijn nodig. Ik wil niet veralgemenen, maar zodra ik lichamen afbeeld, ben ik toch verplicht het zijn plaats te geven”, schrijft ze. Ze bevraagt de rol van het lichaam in het maatschappelijk en cultureel leven. Door geslachtloze wezens te schilderen, dient Cahn zich aan als een feministische activiste. Ze herinterpreteert de klassieke thema’s van de schilderkunst door een wereld te vatten van voor de cultuur, waarin er nog geen onderscheid bestond tussen man, vrouw en dieren en zij nog niet gescheiden waren.
De faam van Miriam Cahn is internationaal: talrijke musea over de hele wereld hebben schilderijen van de kunstenares. Haar grote formaten wekken sensatie. In 1982 – ze is dan 33 jaar – neemt ze deel aan Documenta 7 in Kassel en, in 1984, aan de Biënnale van Venetië. In 1983 wijdt Jean-Christophe Ammann een persoonlijke tentoonstelling aan haar in de Kunsthalle van Bazel. De tentoonstellingen in Frankrijk, Duitsland, Bosnië, Spanje, Engeland, enz. volgen elkaar op.